
Gisteren mocht ik optreden in het Nieuwe Luxor in Rotterdam. Gelukkig voor de aanwezigen mocht ik alleen praten (de saxofoon bleef thuis), over strategisch personeelsbeleid in de zorg.
De Nederlandse gezondheidszorg heeft de zware taak gekregen om kosten te besparen terwijl tegelijkertijd de vraag naar zorg blijft toenemen. Omdat de zorg een arbeidsintensieve sector is, leiden bezuinigingen vrijwel direct tot snijden in het personeelsbestand.
Zorgorganisaties hebben dus praktisch allemaal te maken met een ‘krimpopdracht’ met betrekking tot personeel, terwijl ze ook allemaal aan zien komen dat ze na 2017 (zie bv. deze UWV rapportage) weer meer personeel nodig hebben. Ook onderkennen de meeste zorginstellingen dat ze, ook in een krimpperiode, toch nieuwe mensen moeten blijven aannemen.
Ik gaf, als Tilburgse arbeidseconoom met een Rotterdamse ‘natte T’, 3 tips:
- Goed zorgen voor het personeel dat blijft (niet alle bezunigingen 1 op 1 afwentelen, behoud professionele autonomie)
- Goed zorgen voor het personeel dat gaat (organiseer werk-naar-werk zonder werkloosheid: ‘veilig oversteken’
- Goed zorgen voor het personeel dat (terug)komt: het toekomstige personeel op de opleidingen en de zelfstandige professionals in de zorg (biedt perspectief)
Tenslotte wees ik op het risico van ‘afwentelen’: de bezuinigingen 1 op 1 laten neerslaan op de zorgwerkvloer. En daarbij citeerde ik een passage uit een stukje dat ik 16 jaar geleden in het AD schreef: Zorgbeleid schandalig en dom
PS: Over strategische personeelsplanning schreef ik, nog niet zo lang geleden, met drie collega’s een alleraardigst boekje: “Schaarste bestaat niet”