“Als je maar een beetje beter je best doet.” Dat is het advies van Teun van de Keuken in zijn Volkskrant column van vandaag aan zijn vakbroeders en zusters die het minder goed dan hij hebben getroffen voor wat betreft hun tarieven. Het is te vergelijken met Frans Bauer die hetzelfde zegt tegen aspirerende volkszangers. Of Peter R. de Vries tegen beginnende ‘TV hoofden’.
De entertainment industrie waarin Teun van der Keuken werkt wordt gekenmerkt door het ‘winner takes all’ principe: een gering aantal ‘sterren’ heeft heel veel opdrachten, verkoopt heel veel boekjes en verdient soms veel geld. Daartegenover staan hele volksstammen die een marginaal bestaan lijden. Het archetypische voorbeeld is Hollywood waar meer acteurs als barista werken dan als acteur.
Vaker niet dan wel zijn de bovendrijvende sterren in staat om hun succes te relativeren. Het is menselijk om je eigen succes te verklaren uit je eigen talent, flexibiliteit, doorzettingsvermogen en arbeidsethos. Als al die anderen dat nou ook gewoon hadden gedaan, hoefden ze niet te klagen over gebrek aan werk en de slechte voorwaarden voor dat werk. Dan hoefden ze zich niet te verlagen tot *huiver* collectieve actie met een beroepsvereniging, een *huiver* vakbond.
We nemen Teun van de Keuken zijn kortzichtigheid en egocentrisme niet kwalijk. Hij is goed in wat hij doet en het is een charmante jongen. En het is niet helemaal uitgesloten dat hij meer talent heeft en/of harder werkt dan zijn vakgenoten.
Maar er is wel degelijk aanleiding voor collectieve actie in de media en journalistiek. Omdat er structureel te veel mensen worden opgeleid voor de sector, er bovendien ook veel mensen zijn die het werk zonder gerichte vooropleiding gaan doen, is er een enorm aanbodoverschot. (zie ook deze arbeidsmarktverkenning van de SER). De vraag vanuit werkgevers en opdrachtgevers krimpt al jaren omdat de verdienmodellen, met name in de journalistiek, onder druk staan.
Dat heeft aanwijsbaar geleid tot een neerwaartse druk op de arbeidsvoorwaarden voor zowel werknemers als zzp’ers in de sector. Ik heb zelf als arbeidsmarktcommentator ook wel eens verzucht: “Waarom gaan die mensen niet wat anders doen?”. Maar individuele mediamensen slaan deze verzuchting nog steeds massaal in de wind en dit leidt zelfs tot gevallen van klassieke ‘uitbuiting’. En niet alleen voor letterknechten in Limburg.
Wanneer werkenden in de media niet bereid zijn tot collectieve actie is de kans groot dat het werk steeds meer verwordt tot een veredelde hobby. Dan wordt het zoals de Amazing Stroopwafels zongen: “Ik heb ook nog een echte baan: kantoorbediende”