‘Mensen willen niet bewegen…’

Workshop op het podium van het Nieuwe Luxor
Workshop op het podium van het Nieuwe Luxor

Nog even over dat congres waar ik gisteren een voordracht en een workshop mocht geven.

Van de daar aanwezige lijn- en HR managers en bestuurders van zorginstellingen hoorde ik heel vaak: “Mensen willen niet bewegen”. En daarmee wordt dan niet bedoeld dat het personeel in de zorg niet sportief genoeg is.

De klacht gaat over een gebrek aan mobiliteit op de arbeidsmarkt van zorgpersoneel. Dat is een probleem voor bestuurders en managers die hun organisatie door bezuinigingen moeten laten krimpen. Omdat veel mensen blijven zitten waar ze zitten, ontstaat weinig ruimte voor nieuw talent dat, ondanks de krimpopgave, een plek in de organisatie moet krijgen.

In dezelfde adem wordt gezegd dat personeel een eigen verantwoordelijkheid heeft om duurzaam inzetbaar te blijven.

Maar…

Waarom zou het per definitie goed zijn voor mensen, en voor hun duurzame inzetbaarheid, om van baan of functie te veranderen? Blijven zitten op je plek stelt werknemers in staat om meer ervaring op te doen en beter te worden in hun werk. Dat wel ‘ns wordt beweerd dat je minimaal 10.000 uur ergens mee bezig moet zijn, voordat je er echt goed in bent, is niet zonder merites. 10.000 uur is voor Nederlandse voltijds werknemers ongeveer 6 jaar, voor deeltijders beduidend langer.

Is het echt zo dat mensen niet willen bewegen, of zijn de voorwaarden voor beweging niet aanwezig? Mensen komen vrijwillig in beweging wanneer ze denken zich (op korte termijn) te kunnen verbeteren. Daarom is de arbeidsmobiliteit van jongeren hoger dan die van ouderen. Oudere werkenden hebben vaak een niveau bereikt waarbij nóg betere banen niet voor het oprapen liggen. Ook in een zorgsector die moet krimpen zijn betere banen dun gezaaid. Vanuit dat gegeven is het gebrek aan beweging eerder begrijpelijk dan dat het voortkomt uit luie inertie.

Draag meer mobiliteit bij aan ‘duurzame inzetbaarheid’? Deze vraag kan niet zonder meer bevestigend worden beantwoord. Werkgevers kijken nog steeds een beetje huiverig naar sollicitanten met een fragmentarisch arbeidsmarktverleden: ‘Jack of all trades’, maar nergens echt goed in, is dan vaak de gedachte. Aan de andere kant wordt ook met argwaan gekeken naar iemand die 30 jaar dezelfde baan of functie heeft gehad. Kan zo iemand nog nieuwe dingen leren? De waarheid ligt hier, zoals zo vaak, in het midden. We kunnen niet met zekerheid vaststellen dat meer mobiliteit voor iedereen tot meer duurzame inzetbaarheid leidt.

Verder, werkgevers die de ‘duurzame inzetbaarheid’ van hun medewerkers vooral de ‘eigen verantwoordelijkheid’ van die  medewerkers vinden, maken zich er met een ‘Jantje van Leiden’ vanaf. Ook werkgevers hebben hierin een verantwoordelijkheid, zelfs (vooral) bij een krimpopgave. En mensen die beter worden in dezelfde baan zijn ook bezig ‘duurzaam inzetbaar’ te worden. Daarvoor is mobiliteit geen noodzakelijke voorwaarde.

Tenslotte, werkgevers in de zorg mogen nog best even terugdenken aan de periode dat de werkgelegenheid in de zorg enorm toenam en  alle zorgwerkgevers buitengewoon nerveus werden wanneer hun personeel mobiel wilde worden…

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *