Category Archives: Uncategorized

Spelregels en handel

In het NRC van 8 april laat de president van De Nederlandse Bank Klaas Knot optekenen dat de Europese Unie in antwoord op de importheffingen van Trump nu snel werk moet maken van het wegnemen van interne handelsbarrières in de Europese Unie zelf.  Hij verwijst daarbij naar onderzoek van het Internationale Monetaire Fonds waarin wordt gesteld dat er in de EU handelsbarrières bestaan die fungeren als een ‘impliciete heffing’ van gemiddeld 44% op goederen en liefst 110% op diensten. Deze percentages liggen in de Verenigde Staten een stuk lager (15% voor goederen).

Voor de nietsvermoedende krantenlezer komen deze hoge getallen enigszins uit de lucht vallen, want we hadden in de EU toch een ‘interne markt’ met nagenoeg geen handelsbelemmeringen? Wanneer je goed zoekt in de IMF rapporten terzake, vind je zowel de genoemde percentages en een nogal beknopte uitleg hoe die percentages zijn berekend.

De verantwoording van deze berekeningen zijn een vorm van ‘econometrische alchemie’. Letterlijk vertaald staat er: ‘Schattingen op basis van zwaartekrachtmodellen voor bilaterale handelsstromen in 2020’ En: ‘Gemiddelde intra-EU handelskosten voor goederen worden geschat op ongeveer 44 procent (landbouw uitgezonderd),…’. Zonder verdere studie naar ‘zwaartekrachtmodellen’ schiet je daar als lezer niet veel mee op.

De meest eenvoudige versie van zo’n ‘zwaartekrachtmodel’ schat hoe groot de handelsstromen tussen twee landen zijn  op basis van de grootte van de twee economieën en de geografische afstand tussen die twee landen. Afwijkingen van die schatting worden geïnterpreteerd als ‘handelskosten’. En die ‘handelskosten’ bestaan dan uit de volgende categorieën: transportkosten, andere handelsbelemmeringen dan heffingen (bureaucratie, verschillen in regelgeving), cultuur-en taalverschillen. In een vrijhandelszone als de EU zijn er formeel geen importheffingen uiteraard.

En wat Knot zegt (op basis van het IMF cijfer) is dat die andere handelskosten’ omlaag moeten omdat die in de VS op een lager niveau liggen. Zo kunnen we dan door onderling in de EU meer te handelen een deel van de problemen van de importheffingen van de VS het hoofd bieden en onze welvaart vergroten. Maar is het nu zo voor de hand liggend dat dat verschil in impliciete handelskosten tussen de EU (44%) en de VS (15%) door beleid verlaagd kan worden? Een groot deel van het verschil kan vermoedelijk verklaard worden uit de grotere cultuur-en taalverschillen in de EU. En het is ook niet helemaal uitgesloten dat cultuurverschillen ‘gestold’ zijn in verschillende nationale rechtssystemen.

Bovendien is de berekening van die impliciete handelskosten op basis van ‘zwaartekracht’ mijns inziens niet veel meer dan een schatting van ‘wat we niet begrijpen’ over hoe internationale handel werkt. Het is ook niet heel veel ‘slimmer’ dan de methode die Trump gebruikte voor zijn ‘wederkerige importheffingen’. Bij zwaartekrachtmodellen neem je aan dat een tekort of overschot op de handelsbalans 1 op 1 voorspeld kan worden door de omvang van de twee economieën en de onderlinge afstand.  Bij de formule van de ‘wederkerige importheffingen’ wordt aangenomen dat de handelsbalans ‘in evenwicht’ moet zijn.

Om die reden maak ik me zorgen over de ‘stappen’ die Klaas Knot in de EU zou willen zetten. Die houden dan bv. in dat verschillen in regels op de arbeidsmarkt (EU landen mogen dat in principe zelf bepalen) weggenomen moeten gaan worden. Omdat de meeste mainstream economen er sowieso van uitgaan dat minder regels altijd beter is, betekent dat dus (verdere) deregulering van arbeidsmarkten in lidstaten. En dat is meestal in het nadeel van werkenden.

Bijvoorbeeld: de regels voor nachtwerk in Belgie zijn veel strenger dan in Nederland. Dat heeft gevolgen voor de ‘handelsbalans voor logistieke dienstverlening’ tussen de twee landen. Zo’n beetje alle ‘next day delivery’ diensten in Belgie worden gefaciliteerd door distributiecentra in Nederland. Deze ‘onbalans’ wordt door het IMF en Knot volgens de logica van ‘zwaartekrachtmodellen’ als ‘handelskosten’ geïnterpreteerd, die gereduceerd moeten worden. En dat zou betekenen dat de arbeidsvoorwaarden in Belgie in deze sector zouden moeten convergeren naar de slechtere Nederlandse. Tel uit je winst.

Meer in het algemeen: er zijn wel meer instituties die vrijhandel belemmeren. Er zijn soms (best vaak) goeie redenen om die instituties toch te behouden. Omdat ze een ander belangrijk doel dienen dan de eenzijdige focus op economische groei. En dat is vermoedelijk ook het niet zo fraaie opportunisme van Klaas Knot om dit voor te stellen. Hij vond, met het IMF en de meeste andere mainstream economen, het altijd al een goed idee om regels af te schaffen. En gebruikt dus nu de maatregelen van Trump om daarvoor in Europa draagvlak te vinden.

En dat is prima, maar de politici in Brussel en in de lidstaten die hierover besluiten, moeten zich wel bewust blijven dat een ‘echte’ economie niet zonder spelregels kan, zelfs wanneer die spelregels internationale handel belemmeren.

Ronald Dekker is arbeidseconoom en econometrist en heeft geen verstand van internationale handel.